Zorgprofessionals en de VNEZ

Als je als zorgprofessional bent ingezet als zorgverlener op een evenement gelden, net als in je dagelijks werk, de beroepsstandaarden die horen bij je beroep. Ook val je als je BIG-geregistreerd bent tijdens je werkzaamheden in de evenementenzorg onder de Wet BIG.

De gedragscode in de VNEZ is ook van toepassing op zorgprofessionals. Deze beschrijft hoe goed zorgverlenerschap eruitziet.

In de VNEZ zijn verschillende zorgniveaus gedefinieerd. Afhankelijk van je beroep en je dagelijkse werkzaamheden in de zorg kan je over de competenties beschikken om in een bepaald zorgniveau te worden ingezet. Net als in een zorginstelling gelden ook in de evenementenzorg regels rondom bevoegdheid en bekwaamheid. Handelingen waartoe je in je dagelijkse praktijk niet bevoegd of niet bekwaam bent mag je ook op een evenement niet uitvoeren.

De Medisch Manager Evenementenzorg (MME) van de Evenementenzorgorganisatie Medisch (EZO Medisch) die jou inzet moet aan de hand van de door jou aangeleverde relevante diploma’s, certificaten en getuigschriften je bevoegdheden bekwaamheden vaststellen. De MME legt in een bekwaamheidsverklaring vast dat je aan de eisen voldoet om in dat specifieke zorgniveau te worden ingezet.

Binnen de EZO kunnen specifieke protocollen gelden voor zorgprofessionals. Deze beschrijven wie welke handeling in welke situatie mag uitvoeren. Bijvoorbeeld het aan de hand van een protocol toedienen van pijnstillers door een verpleegkundige in niveau Spoedzorg. De opdracht wordt op papier door de MME verstrekt, maar de verpleegkundige blijft verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van het protocol.

Welke handelingen mag ik wel en niet uitvoeren als zorgprofessional?

In de VNEZ wordt beschreven onder welke voorwaarden een zorgverlener specifieke handelingen mag uitvoeren. Uitgangspunt hierbij is dat de zorgverlener in staat moet zijn om de handeling veilig uit te voeren en dat hij zich hiertoe bekwaam voelt. Ervaring met risicovolle- of voorbehouden handelingen wordt opgedaan in de beroepspraktijk van de zorgprofessional.

Voor zorgprofessionals geldt hetzelfde als ook geldt in de reguliere zorg: een handeling mag worden uitgevoerd als de zorgprofessional bekwaam en bevoegd is. Hier geldt dat handelingen alleen mogen worden uitgevoerd als de zorgprofessional deze in zijn dagelijkse praktijk ook mag uitvoeren. Dezelfde zorgvuldigheidseisen bij de uitvoering van voorbehouden handelingen gelden als in de reguliere zorg. De zorgprofessional moet in staat zijn de handelingen te verrichten die passen binnen het zorgniveau waarop hij is ingezet. Wanneer hij is ingezet op het niveau van eerste hulp verlener moet hij ook over de competenties van een gediplomeerde EHBO verlener beschikken.

Enkele voorbeelden:

Een SEH-verpleegkundige die is ingezet in zorgniveau Spoedzorg mag op een evenement een infuus prikken en infusie met infuusvloeistof starten als dat nodig is. Hij is hiertoe in zijn dagelijkse praktijk bevoegd en bekwaam. Voorwaarde is wel dat een arts de opdracht geeft, dit kan een arts zijn op het evenemententerrein, of de MME is de opdrachtverstrekker, wanneer deze de SEH-verpleegkundige schriftelijk bekwaam heeft verklaard en er binnen de EZO een protocol is waarin de indicaties, contra-indicaties en uitvoering beschreven zijn. De MME is opdrachtverstrekker voor de verpleegkundige, maar de verpleegkundige blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van het protocol.

Een verpleegkundige die werkzaam is op de afdeling chirurgie en op een evenement is ingezet in zorgniveau Basiszorg mag géén maskerballonbeademing toepassen. Op grond van zijn dagelijkse beroepspraktijk is niet te verwachten dat hij bekwaam is in de uitvoering van maskerballonbeademing en zodoende is hij ook in de evenementenzorg niet bevoegd.